Het proces rond de fatale ripdeal in Roeselare nadert zijn einde. Procureur-generaal Roeland Vasseur vroeg woensdagochtend twintig jaar opsluiting voor beschuldigde Sacha Brunessaux, die op 25 februari 2020 de achttienjarige Menenaar Agaverdi Mahmudov doodschoot omdat die cannabis van hem wilde stelen. Volgens de verdediging handelde Brunessaux uit wettige zelfverdediging, maar de jury veegde die stelling dinsdag al van tafel en verklaarde hem schuldig aan doodslag.

Twee kanten

Procureur-generaal Roeland Vasseur kon tot dertig jaar cel vorderen. “Je zal mij niet horen zeggen dat er in Sacha Brunessaux geen greintje goedheid aanwezig is. Hij heeft enkele goede eigenschappen en zeker ook mogelijkheden. Zoals zijn moeder zegt: hij is iemand met twee kanten. Maar die gekrenkte kant baart mij zorgen en zou ook in de toekomst een gevaar voor de maatschappij kunnen zijn.”

Dat Brunessaux een ongelukkige jeugd zou hebben gehad relativeerde Vasseur. “Toegegeven, zijn ouders zijn gescheiden op zijn vijftiende. Maar tegenwoordig gaan een op de drie koppels uit elkaar. En zijn jonge leeftijd? Die heeft er hem niet van weerhouden om drugs te verhandelen op een schaal die zijn snotneusleeftijd duidelijk overschrijdt. Hij heeft willen meedoen met de grote jongens. Dan moet hij ook de gevolgen kunnen dragen.”

Vervroegd vrij

Brunessaux zit intussen al drie jaar achter de tralies. Mocht hij twintig jaar cel krijgen kan hij al over drie jaar en zeven maanden een aanvraag doen om voorwaardelijk vrij te komen. Johan Platteau, de advocaat van Brunessaux, vroeg de jury om geen rekening te houden met de wet op voorwaardelijk invrijheidstelling. “Dat je vrijkomt aan een derde van je straf is verre van een zekerheid.”

Platteau smeekte om mildheid voor Brunessaux, die hij afschilderde als iemand die er als kind altijd alleen voor stond. “Het is geen excuus maar wel een verklaring voor het soort mens dat hij geworden is. Er was niemand die het voor hem opnam. Er is ook een verschil tussen het doden van een totaal onschuldig slachtoffer en iemand die je wil beroven. Dat is zeker een verzachtende omstandigheid. Geef hem alsjeblieft hoop.”

Op het einde richtte Platteau zich tot zijn cliënt. “Sacha, ik vind oprecht dat jij mildheid verdient. Wellicht ben ik de enige in deze zaal, maar ik vind je een goed mens. Je hebt oprecht spijt. Verlies de moed niet.” Het hof beraadt zich momenteel over de strafmaat.