Terug naar af. Dat is het minste wat we kunnen stellen na het verlies in Aalst. De Leuvenaars leken zichzelf niet, na nochtans de deugddoende zege tegen Menen, en zijn opnieuw een ontgoocheling rijker. “Jammer, want als we op ons elan van de eerste set (15-25, red.) waren doorgegaan en de drie punten hadden gepakt, dan kon de vierde plaats ons bijna niet meer ontglippen”, beseft ook middenman Lennert Van Elsen met de nederlagen van Gent en Menen in het achterhoofd. “Daardoor lijkt nu ook de derde plaats moeilijk haalbaar en dat was toch onze ambitie. Er zit niets anders op dan tegen Roeselare punten te rapen. Al moeten we ons ook geen illusies maken, want zij zijn in functie van de CEV Cup-finale aan het pieken.”

Hoogspanning

Bezoek krijgen van Roeselare zorgt altijd wel voor hoogspanning, al krijgt de komst van Pablo Kukartsev en Co deze keer nog een extra gouden randje. Wat al even hangende was, werd deze week bevestigd: Van Elsen trekt in het tussenseizoen naar… jawel, Roeselare. “Ik lig daar niet wakker van”, zegt een nuchtere Van Elsen, die op 1 april 22 jaar wordt. “Natuurlijk is dit een kans die ik met beide handen moet grijpen, daar moeten we niet onnozel over doen. Ik ben enorm trots dat een club als Roeselare aan mijn mouw heeft getrokken. Het wordt een geweldige uitdaging.”

Het gaat in elk geval razendsnel voor de 2,02 meter grote middenman die pas tijdens de zomer van 2021 boven water kwam. Van Elsen was toen als 20-jarige debutant een van de weinige lichtpuntjes bij de Red Dragons op het EK in Polen. “Als je mij twee jaar geleden had gezegd dat ik nu een transfer naar Roeselare zou versieren, ik had je niet geloofd. Met Steven (coach Vanmedegael, red.) heb ik nog niet gesproken, want mijn manager (ex-Red Dragon Wout Wijsmans, red.) heeft de onderhandelingen gevoerd. Al besef ik natuurlijk wel dat de verwachtingen een pak hoger zullen liggen dan bij VHL. Het is aan mij om te bewijzen dat ik klaar ben voor een stap hogerop.”

Ontdekking

En voor dat laatste lijkt er ons geen betere club dan Roeselare, naar Belgische normen het typevoorbeeld van professionaliteit op het parket en ernaast. “Ik was er onlangs bij tijdens de Europese halve finale tegen Piacenza. Die beleving toen was echt uniek. Natuurlijk zal ik veel meer en harder moeten trainen, maar jongens als een Stijn D’Hulst en Seppe Rotty, die ik ken van bij de nationale ploeg, zullen mij wel op weg helpen. Ik kijk er gewoon heel erg naar uit om te ontdekken waar mijn limieten liggen en dan zit je niet beter dan bij Roeselare”, besluit Van Elsen.