Centrale middenvelder Shaun Van Kerckhoven beseft dat het vijf voor twaalf is voor Denderhoutem. “Tegen Grembergen moeten we opnieuw aanknopen met de zege”, zegt hij. “Eigenlijk hadden we ook vorige week al de drie punten moeten veroveren. Op Heikant-Zele toonden we ons niet alleen de betere ploeg, maar we dwongen ook de beste kansen af. We werkten die helaas niet af en raakten op achterstand. Dan kom je in een vervelende situatie terecht. De tweede helft verliep moeizamer. We creëerden wel nog enkele kansen, maar speelden globaal gezien geen goede wedstrijd. We hadden meer moeten brengen en trokken de lijn door van een seizoen waarin we onder de verwachtingen bleven. We liggen eigenlijk nooit onder, maar een gebrek aan efficiëntie speelt ons parten.”

Statistieken voorleggen

De Denderhoutemse coach Dimitri De Vlaminck calculeerde een overgangsjaar in, maar verwachtte niet meteen zo in de penarie geraken. “We bekleden de veilige twaalfde plaats en die moeten we vrijwaren”, vertelt De Vlaminck. “Mogelijk biedt ook de dertiende plaats het behoud, afhankelijk van wat er in derde afdeling gebeurt, maar ik hou niet van speculeren. Het drieluik SK Berlare-Heikant-Zele-Grembergen begrootte ik op een zeven op negen. Tegen Berlare kon ik leven met het 1-1-gelijkspel, maar Heikant-Zele werd een afknapper waardoor de driepunter tegen Grembergen nu een must wordt. Ons grote probleem schuilt in de afwerking. Ons aanvallende kwartet zit aan slechts vijftien goals, waarvan Gianni Scheerlinck er dan nog negen voor zijn rekening neemt. Ik was zelf een flankaanvaller. In het aanvallende compartiment moet je statistieken kunnen voorleggen. Daar tellen de goals en assists.”

De Vlaminck diende op den Deyselgrote schoenen te vullen, want Luc Peerlinck loodste Denderhoutem van derde naar de subtop in eerste provinciale. “Bij Denderhoutem is sprake van een wissel van de wacht. Met Luc Peerlinck verliet een boegbeeld de club. Uit zijn succesperiode bleven nog een paar sterkhouders over als Wesley Van Den Borre en Matthias De Schrijver. Zij moeten herinnerd blijven als boegbeelden van een sterke generatie en dus mogen we niet degraderen. Niet alle posities zijn evenwel dubbel bezet. Een gebrek aan concurrentie zorgt voor laksheid en dat werkt nefast. Daar werken we aan.”