Leider Maaseik moest de tenen uitkuisen om Caruur Gent af te houden in een geanimeerde wedstrijd. Gent kon het fel bestreden punt al ruiken, maar kwam net te kort. “Tegen een Maaseik op volle sterkte zou een punt al erg onverwacht geweest zijn, zeker nu duidelijk is dat Maaseik en Roeselare niks aan het toeval gaan overlaten en zullen strijden voor de oppergaai”, blikt Gent-coach Jan Van Huffel terug. “Toch hebben we de Limburgers tot het uiterste gedreven.”

“We zaten meteen goed in de match, hoewel ik de licht geblesseerde Gilles Vandecaveye bewust aan de zijlijn liet en dus moest schuiven met de pionnen. Anshel Ver Eecke kwam in de ploeg terwijl andere jongens niet op hun vertrouwde plaats stonden. Desondanks wonnen we de eerste set. In de tweede en derde set hadden we het even moeilijker. Ik heb dan oplossingen gezocht en onder meer een dubbele wissel uitgeprobeerd, maar toch moesten we die twee sets aan Maaseik laten.”

Spectaculair volleybal

De vierde set stond bol van het spektakel met waanzinnige rally’s en verdedigingen met de voet. “Het bewijs dat beide ploegen erg gedreven speelden”, weet coach Van Huffel. “Aanvankelijk speelden we een mooie voorsprong bij elkaar, maar gaven die puntje bij puntje opnieuw uit handen. Toch zijn we de pedalen nooit verloren. Finaal bleek Maaseik echter net iets sterker, of hadden ze iets meer geluk. Hoe dan ook hebben we bewezen dat we ook tegen een topper als Maaseik een vuist kunnen maken. De 34-36-cijfers zeggen genoeg.”

Na de felbevochten wedstrijd hoopt de coach van Caruur Gent dat zijn spelers de komende dagen voldoende recupereren. “Zo kunnen we uitgerust aan de voorbereiding van de drie volgende wedstrijden beginnen, telkens tegen rechtstreekse concurrenten om de derde of vierde plaats”, aldus Van Huffel. “Ik hoop dan ook dat het verlies tegen Roeselare en Maaseik niet in de kopjes zal blijven nazinderen. Het is duidelijk dat we een stap vooruit hebben gezet. Bovendien zorgt de 3-2-overwinning van Menen tegen Aalst ervoor dat we nu een marge hebben van zes punten op die twee ploegen. Bovendien hebben we meer overwinningen dan hen. Onze kansen op een plaatsje bij de beste vier zijn dus gestegen. Willen we echter zeker zijn van ons plekje, moeten we nog minstens één van deze drie wedstrijden winnen. Dat is nu ons volgend objectief.”