Koloniaal verleden: bio-ethisch comité pleit voor verbod op handel in menselijke resten

Onder meer het Afrikamuseum had het Comité voor Bio-ethiek om advies gevraagd.

Het Comité voor Bio-ethiek pleit voor een Europese wetgeving die de handel in menselijke resten verbiedt. Het is ook van oordeel dat menselijke resten uit de koloniale tijd niet meer in Belgische musea mogen worden tentoongesteld. “Wij vragen dat deze resten met respect worden behandeld”, zegt een van de auteurs van het advies, Philippe Lardinois.

mtmBron: BELGA

Drie musea (het Afrikamuseum, het Museum voor Natuurwetenschappen en de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis) hadden de commissie om advies gevraagd. Verschillende instellingen in België beschikken over menselijke resten, afkomstig van archeologische opgravingen die tijdens de koloniale periode met geweld werden verworven of werden gekocht door verzamelaars.

Die resten, met name de schedels, hebben tot op vandaag geen statuut. En dat terwijl er door recente debatten over de koloniale periode discussie is over de teruggave. 

Het comité deed 13 aanbevelingen, onder meer over de tentoonstelling van de resten, waarbij het principe van waardigheid en een wetenschappelijk doel moeten worden nagestreefd. In het geval van overblijfselen uit gekoloniseerde landen is het comité strenger. Die “zijn verzameld in een context van geweld en met het doel een hiërarchie van rassen vast te stellen om de overheersing van de kolonisator te rechtvaardigen (‘wetenschappelijk’ racisme). Gezien deze elementen is het volgens het comité niet gerechtvaardigd dat ze nog in onze musea worden tentoongesteld.

De teruggave en repatriëring van menselijke resten kan niet plaatsvinden in een strikt administratief kader, maar moet gebaseerd zijn op een dialoog met de betrokken landen, gezien het belang van de voorouderverering in bepaalde samenlevingen. De overblijfselen die niemand wil opeist, kunnen volgens het comité worden ondergebracht in een gedenkplaats.

Aangeboden door onze partners