Het gaat van kwaad naar erger bij FC Barcelona. Nadat het eerder deze week tegen Benfica een tweede opeenvolgende nederlaag leed in de Champions League (3-0!), ging het nu ook mis in de vaderlandse competitie. De topper tegen regerend landskampioen Atlético Madrid werd met 2-0 verloren. Uitgerekend ex-speler Luis Suarez speelde een sleutelrol: hij gaf eerst een assist en scoorde nadien zelf. De druk op coach Ronald Koeman wordt alleen maar groter.
In de Spaanse pers wisten ze het zo goed als zeker: de dagen van Ronald Koeman als hoofdtrainer zijn geteld bij FC Barcelona. Tot voorzitter Joan Laporta zaterdagnamiddag met een verrassend statement kwam: volgens hem staat de positie van de Nederlander niet ter discussie, ook niet als er verloren zou worden van Atlético Madrid.
Hoeveel waarheid er in die woorden zit, zal de volgende dagen duidelijk worden. Barcelona kon op het veld van de landskampioen immers nooit aanspraak maken op de zege. Thomas Lemar, João Felix en Rode Duivel Yannick Carrasco waren vroeg in de wedstrijd al heel dicht bij de openingstreffer geweest. Toen Lemar halverwege de eerste helft de 1-0 scoorde op aangeven van Luis Suarez, kwam dat al niet meer als een verrassing.
Kort na de openingstreffer toonde Barcelona eindelijk een teken van leven. Coutinho miste maar net, maar dat werd meteen opgevolgd met een grote kans van Suarez aan de overzijde. De Uruguayaan miste ook, maar maakte dat op slag van rust helemaal goed. Deze keer was het Lemar die de assist gaf, Suarez mikte van dichtbij de 2-0 voorbij Ter Stegen.
In de tweede helft kon Atlético de wedstrijd controleren, Barcelona kon daar op zijn beurt heel weinig tegenover plaatsen. Gescoord werd er niet meer. Barcelona staat nu in de competitie op een gedeelde achtste plaats met 12 punten, maar heeft wel één wedstrijd minder gespeeld dan co-leider Atlético Madrid. Dat telt 17 punten, net als Real Madrid - dat zondagavond nog speelt bij Espanyol.